Nieuw terminalgebouw en walstroom voor cruises in Zeebrugge: transformatie van Zweedse Kaai vermindert uitstoot en geluidshinder
De Zweedse Kaai in Zeebrugge staat aan de vooravond van een belangrijke transformatie. Het Havenbedrijf Antwerpen-Brugge maakte vandaag bekend dat het de infrastructuur van de kaai zal moderniseren: een plan dat past in de ambitie om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Een belangrijk onderdeel van het plan is de introductie van walstroomvoorzieningen, een primeur voor cruiseschepen in Zeebrugge.
Eerste stap: walstroomvoorzieningen
De Zweedse Kaai krijgt de eerste walstroominstallatie voor cruiseschepen in Zeebrugge, waarmee schepen aan de kade overschakelen op groene elektriciteit van het hoogspanningsnet. Doordat schepen hun dieselgeneratoren daardoor niet meer moeten laten draaien, zal de uitstoot van onder meer CO2 en fijn stof verminderen met respectievelijk 98% en 95%. De werkzaamheden voor de walstroominstallatie staan gepland voor het najaar van 2025. Tegen 2030 wil Port of Antwerp-Bruges walstroominstallaties voor twee cruiseschepen aanleggen in Zeebrugge, waarvan de eerste in 2027 operationeel moet zijn. Dat is 3 jaar voor de Europese verplichting.
Leefbaarheid als prioriteit
Behalve in de walstroomvoorziening investeert het Havenbedrijf ook in nieuwe infrastructuur voor de afhandeling van cruiseschepen. Een nieuw terminalgebouw en de herinrichting van het kaaiterrein moeten de ervaring voor aankomende en vertrekkende passagiers en voor de omwonenden aangenamer maken en de connectiviteit met het hinterland verbeteren. Er zijn geen bussen meer nodig om passagiers van het schip naar het terminalgebouw (en terug) te brengen, wat een vlottere doorstroming voor de passagiers met zich meebrengt en de impact op de omgeving verkleint. De bussen waarmee de passagiers zich nadien verplaatsen, rijden bovendien rechtstreeks van het terrein via een nieuwe op- en afrit aan de Kustlaan. Het masterplan dat het Havenbedrijf voor ogen heeft, vormt een stuk van de huidige kaai om naar groene ruimte die ze “teruggeeft” aan de omgeving. Ook de oude spoorlijn krijgt met wandel- en fietspaden een nieuwe bestemming. De leefbaarheid voor de omgeving staat hoog op de agenda in de uitwerking van het plan. Tegelijk wil het project met een aantrekkelijke verbinding naar de residentiële omgeving rond de Rederskaai Zeebrugge zelf aantrekkelijker maken voor cruisetoeristen om op die manier lokale ondernemingen te stimuleren.
De studie voor de nieuwe infrastructuur start in 2025, waarna de bouw zal plaatsvinden in 2027-2028. De nieuwe terminal moet in het voorjaar van 2029 operationeel zijn.
De Alternative Fuels Infrastructure Facility (AFIF) voorziet een Europese subsidie van 3,2 miljoen euro voor de walstroomvoorziening. Bijkomende subsidieopportuniteiten voor de modernisering van de terminal worden verkend.
Dirk De fauw, burgemeester van Brugge en ondervoorzitter van de raad van bestuur van Port of Antwerp-Bruges: "Dit masterplan betekent het begin van een belangrijk nieuw hoofdstuk voor de haven van Zeebrugge en de stad Brugge. De transformatie van de Zweedse Kaai markeert niet alleen een vooruitgang in onze infrastructuur, maar ook een belangrijke stap richting een duurzamere toekomst. Het belang van de omwonenden is actief meegenomen in de ontwikkeling van het plan. Door een deel van de terminal en de oude spoorlijn om te vormen tot groene ruimte met wandel- en fietspaden krijgt de leefbaarheid voor de omgeving en de lokale economie een flinke boost.”
Rob Smeets, COO van Port of Antwerp-Bruges: “Dit project staat volledig in het teken van de voorbereiding van onze haven op de toekomst. Onze missie is duidelijk: de haven van Zeebrugge moet niet alleen een economische motor zijn, maar ook een pionier in duurzaamheid en efficiëntie. Het masterplan voor de Zweedse Kaai richt zich niet op capaciteitsverhoging, maar op het verbeteren van efficiëntie en het minimaliseren van de impact op de omgeving. De geplande infrastructuurverbeteringen zijn ontworpen om passagiersstromen te optimaliseren en de overlast voor omwonenden te verminderen, wat bijdraagt aan een duurzamere en leefbaardere havenomgeving.”