Mogelijk EU-subsidie voor internationale samenwerking CO2-opslag
De Europese Unie is in principe bereid subsidie te geven aan een project om CO2 van de industrie in Antwerpen, Gent, Zeeland en Rotterdam op te slaan onder de Noordzee.
Dit blijkt uit de lijst met energieprojecten die het Europees Parlement woensdag 12 februari 2020 heeft goedgekeurd en die daarmee de status van ‘Project of Common Interest’ (PCI) hebben gekregen.
In Rotterdam is het Porthos project in voorbereiding waarbij verschillende bedrijven CO2 kunnen aanleveren aan een dwars door het havengebied lopende transportleiding. Via die leiding gaat de CO2 naar een leeg gasveld onder de Noordzee om permanent opgeslagen te worden. De industrie in Antwerpen, Gent, Terneuzen en Vlissingen heeft niet de beschikking over lege gasvelden voor de kust. Onderzocht wordt of deze industrie via een pijpleiding kan worden aangesloten op het Rotterdamse systeem. Doel is dat er minder CO2 in de atmosfeer komt en zo klimaatverandering wordt tegengegaan.
Het afvangen en opslaan van CO22 (Carbon Capture and Storage, CCS) is één van de sporen in de transitie naar een klimaatneutrale industrie in 2050, naast bijvoorbeeld productie van groene waterstof, elektrificatie, gebruik van CO2 en recycling. Verwacht wordt dat CCS met name op de relatief korte termijn toegepast zal worden en dat op de langere termijn meer fundamentele aanpassingen in de industrie mogelijk zijn. Met CCS kan op redelijk korte termijn, tegen relatief lage kosten CO2 uit de atmosfeer gehouden worden. Door samen te werken kunnen de kosten zo laag mogelijk blijven.
De havenbeheerders (North Sea Port, Port of Antwerp en Havenbedrijf Rotterdam) onderzoeken gezamenlijk hoe de infrastructuur tussen de havens eruit moet komen te zien. Ze doen dat onder de naam ‘CO2 TransPorts’. Omdat voor de Europese Unie CCS een belangrijk middel is in de strijd tegen klimaatverandering, heeft het onderzoek van CO2 TransPorts de PCI-status gekregen. CCS speelt ook een belangrijke rol in de Europese Green Deal als middel om klimaatverandering tegen te gaan. De drie havens kunnen in 2020 subsidie aanvragen uit een Europees fonds voor infrastructuur, de ‘Connecting Europe Facility’. De PCI-status geldt voor twee jaar (2020 en 2021). Daarna moeten de bedrijven opnieuw een aanvraag indienen.
De industrie in de havens van Rotterdam, Antwerpen en North Sea Port zijn al met verschillende pijpleidingen met elkaar verknoopt. Buisleidingen zijn een betrouwbaar, veilig en milieuvriendelijk transportmiddel. Zo ontvangen de raffinaderijen in Antwerpen en Vlissingen al sinds jaar en dag ruwe olie per pijpleiding uit Rotterdam.
Naast CO2 TransPorts, stapte Port of Antwerp ook mee in een andere PCI-aanvraag, Northern Lights. Deze groepeert een aantal Europese industriële clusters die de mogelijkheden willen bekijken voor CO2-transport via schip naar Noorwegen. Daar ambieert het Northern Lights-consortium (Equinor, Shell en Total) tegen 2023 de ontwikkeling van offshore opslagcapaciteit voor CO2.
Deze link met twee Projects of Common Interest laat het lokale Antwerpse partnerschap van 8 toonaangevende partijen op het havenplatform toe om de komende maanden de haalbaarheid van de verschillende transportscenario’s meer in detail te bestuderen.